Een bezoek aan het Virtual Engineering Lab van Volkswagen
IT werkt nauw samen met Technische Ontwikkeling
Wolfsburg, 16 maart 2017 – Fel zonlicht overspoelt het Volkswagen Virtual Engineering Lab in Wolfsburg. Twee dozijn schermen flikkeren, sommige met graphics en andere met honderden regels programmacode. In het midden van de ruimte staat een 1:4-schaalmodel van een Golf. Frank Ostermann inspecteert het model en vervangt vervolgens de wielen, vervangt de achterlichten en past de buitenspiegels aan. Ostermann gebruikt spraakopdrachten en gebaren om het ontwerp aan te passen. Het is allemaal in een paar seconden voltooid. Augmented reality maakt het mogelijk. De benodigde software werd ontwikkeld in het Virtual Engineering Lab en de resultaten van het team zouden het werk van ingenieurs en ontwerpers radicaal kunnen veranderen.
Ostermann draagt een mixedrealitybril, de HoloLens. Deze door Microsoft ontwikkelde mobiele computer projecteert virtuele content op een fysiek object via gebarenbediening en spraakopdrachten. Ostermann hoeft alleen maar met zijn vinger te wijzen en de HoloLens projecteert een andere lakkleur op de Golf, monteert andere wielen en past de spatborden aan. Aanvankelijk is de Golf een R-Line-model, maar later wordt het een geheel nieuwe versie. Mogelijk staat dit model over een half jaar bij de dealer.
Ostermann (52) is afgestudeerd als ingenieur in de computertechniek. Bij Volkswagen in Wolfsburg leidt hij het Virtual Engineering Lab, een van de zes labs die Volkswagen Group IT nu exploiteert in Wolfsburg, Berlijn, München en San Francisco. Het nieuwste lab gaat momenteel van start in Barcelona. In deze labs werken specialisten van Volkswagen samen met onderzoeksinstellingen en technologische partnerschappen aan de digitale toekomst. Nieuwe oplossingen op het gebied van big data, Industrie 4.0, het internet der dingen, connectiviteit, mobiliteitsdiensten en virtual reality worden in nauwe samenwerking ontwikkeld.
"Bij Volkswagen gebruiken we al enige tijd augmented reality en virtual reality, vooral om een driedimensionaal beeld te verkrijgen", aldus Ostermann. "We zetten nu een grote stap voorwaarts in het Virtual Engineering Lab. We transformeren deze technologie tot een tool voor technische ontwikkeling. Zo kunnen Volkswagen-ingenieurs aan een virtueel voertuig werken, de uitrusting naar wens aanpassen en zelfs virtueel nieuwe componenten ontwerpen. Ze kunnen de resultaten van hun werk direct zien."
"We werken zeer nauw samen met onze collega's van Technische Ontwikkeling en staan al dicht bij de eerste nieuwe voertuigconcepten en ontwerpstudies", aldus Ostermann. "We brengen onze knowhow in voor technische productontwikkeling en bieden maatwerkoplossingen voor alle merken van de Groep op het gebied van virtuele engineering en systeemengineering."
Wat is de reden voor deze aanpak? Augmented en virtual reality besparen tijd en ontwikkelingskosten. Elke stap in het proces kan sneller en efficiënter worden gemaakt, bijvoorbeeld met HoloLens-software van het Virtual Engineering Lab.
De HoloLens projecteert niet alleen elke ontwerp- of apparatuurwijziging direct op het fysieke model. Het stelt meerdere projectteams ook in staat om tegelijkertijd, maar op verschillende locaties, te werken, bijvoorbeeld teams uit Wolfsburg, Chattanooga en Shanghai. Alle betrokkenen hebben altijd het actuele ontwerpmodel in beeld en tijdrovende aanpassingen, bijvoorbeeld aan een kleimodel, behoren hiermee tot het verleden. "De teams kunnen minimale wijzigingen in het model direct volgen en vergelijken en vervolgens een beslissing nemen. Dit betekent dat ze hun doel sneller kunnen bereiken", legt Ostermann uit.
De HoloLens-software bevindt zich momenteel nog in de testfase. In de toekomst zal het gebruikers in staat stellen om het volledige modellenportfolio van het merk Volkswagen op te roepen en verschillende carrosserievarianten van een model in alle denkbare varianten te presenteren: de ontwikkelaars kunnen dan een sedan virtueel omtoveren tot een SUV, een stationwagen, een cabriolet of een coupé.
"Nog maar een paar jaar geleden was dit allemaal sciencefiction", zegt Ostermann. "Nu is het duidelijk dat we onze volgende modellen op deze manier gaan ontwikkelen."













