Wilde dieren vluchten uit het zuiden van Mar Menor vanwege dalende zuurstofniveaus

0
Er rinkelen opnieuw alarmbellen in de Mar Menor, omdat het zeeleven steeds meer het zuidelijke deel van de lagune verlaat vanwege het gevaarlijk lage zuurstofgehalte.
Er rinkelen opnieuw alarmbellen in de Mar Menor, omdat het zeeleven steeds meer het zuidelijke deel van de lagune verlaat vanwege het gevaarlijk lage zuurstofgehalte.

Milieucrisis leidt tot noodhulp van onderzoekers

MURCIA –  De alarmbellen rinkelen opnieuw rond de Mar Menor, aangezien het zeeleven steeds meer het zuidelijke deel van de lagune verlaat vanwege het gevaarlijk lage zuurstofgehalte. Volgens het laatste rapport van de Belich project, onder leiding van het Spaanse Instituut voor Oceanografie (IEO-CSIC), heeft zich een massa zuurstofloos water gevormd op de zeebodem, waardoor vissen en andere soorten naar de oppervlakte worden gedwongen op zoek te gaan naar zuurstof.

Onderzoekers merken op dat dit gedrag de verontrustende taferelen van 2019 weerspiegelt, toen duizenden vissen aanspoelden na een soortgelijke zuurstofinstorting. Het zwaarst getroffen gebied ligt nu tussen Baron Island en Ciervo Island, met iets minder intensiteit nabij de zogenaamde "witte vlek" voor de centrale westkust.

De eerste tekenen van biologische stress werden op 23 oktober waargenomen, toen de fauna dieper water verliet. Toch was het zuurstofgehalte al op 19 oktober onder de 2 mg/l gedaald – een drempel die, hoewel geen volledige zuurstofgebrek, nog steeds giftig is voor de meeste zeedieren en bij langdurige blootstelling ernstige stress of zelfs de dood kan veroorzaken.

Het rapport schrijft de huidige situatie toe aan de Alice overstroming, die tijdelijk het zoutgehalte in het zuidelijke oppervlaktewater van de lagune verminderde. Hoewel het zoutgehalte binnen 24 uur leek te herstellen, daalde het later weer, waardoor een lichtere oppervlaktelaag ontstond die bleef bestaan ​​en leidde tot thermohaliene stratificatie — een scheiding van waterlagen waardoor zuurstof niet meer naar de bodem kan stromen.

Deze ingesloten, dichtere laag is sindsdien zuurstofloos geworden, waardoor er een zuurstofloze zone op de zeebodem is ontstaan. Hoewel de aangetaste laag recentelijk tekenen van verdunning vertoont – een mogelijke indicatie van geleidelijke verbetering – waarschuwen wetenschappers dat het ecosysteem nog steeds onder aanzienlijke druk staat.

Ondertussen zijn de chlorofylniveaus, die op 16 oktober piekten in wat onderzoekers omschrijven als een 'groene soep'-fenomeen, begonnen te dalen, maar blijven ze hoog. De troebelheid – oftewel de troebelheid van het water – neemt ook af, hoewel deze in het zuiden nog steeds hoog is. Ondanks deze gedeeltelijke verbeteringen blijft de lichtpenetratie tot de zeebodem kritiek laag, wat het herstel van de onderwatervegetatie beperkt.

Teams uit de Belich Het project komt nog steeds bijeen in een crisiskabinet om de omstandigheden te monitoren en de aanhoudende impact op het kwetsbare ecosysteem van de Mar Menor te beoordelen.

Foto_Mar Menor Technisch Bureau